Levende geschiedenis in de paramentweverij.
„Het Huis van de Zijdecultuur is als relatief jonge culturele instelling diep verankerd in Krefelds stadsgeschiedenis, want achter de betekenis van het Huis van de Zijdecultuur staat de honderdjarige traditie van de paramentweverij van Hubert Gotzes“, schrijft Gregor Kathstede, burgemeester van de stad Krefeld (destijds), in zijn welkomstwoord ter gelegenheid van het honderdjarige jubileum. Zo onderstreepte hij het belang van de instelling.
Paramenten-, paramentenstof- en vlaggenfabriek van Hubert Gotzes
Op 21 oktober 1905 liet Hubert Gotzes zich als zelfstandig paramenten-, paramentenstof- en vlaggenfabrikant inschrijven in het handelsregister van de stad Krefeld en werd zo onderdeel van de geschiedenis van de kring van zijdewevers uit Krefeld.
Na zijn leer- en dienstjaren bij zijn neef Theodor Gotzes, die eveneens werkzaam was in de paramentenproductie, ging hij zelfstandig verder aan de Westwall in Krefeld. Voor het snel groeiende bedrijf werd het gebouw al snel te klein. Daarom kocht Hubert Gotzes in 1908 het gebouw aan de Luisenstraße 15.
Dit gebouw had de zijdewarenfabrikant Gottfried Diepers reeds in 1868 laten bouwen. Met de bijzondere eisen van het handweven werd rekening gehouden door grote ramen op het zuiden te plaatsen. Zo werden de weefstoelen op elk moment van de dag over de gehele lengte goed verlicht. Het lijkt er op dat Gottfried Diepers met deze weefzaal de weg effende voor een nieuwe vorm van arbeidsorganisatie. Tot aan het midden van de 19e eeuw werkten de meeste wevers nog thuis aan hun weefstoelen. Vervolgens werden deze werkplekken geleidelijk in fabrieken ondergebracht en in toenemende mate gemechaniseerd. In Krefeld herinneren tegenwoordig de, onder monumentenzorg staande, weefhuisjes aan de Inrather Straße 197-203 aan de tijd van de thuiswevers. De nieuw opgerichte fabrieken maakten de productie van kostbare weefstoffen mogelijk op de nieuwe hoog technische Jacquard-handweefstoelen. Hierop werden tot vlak voor de millenniumwissel de, met goud- en zilverdraden doorregen, stoffen voor de kostbare paramenten geweven. Alleen door deze positionering zou de weefzaal aan de Luisenstraße bijna honderd jaar nauwelijks veranderen.
Een wever, die in 1937 met zijn leerperiode bij Gotzes begon, herinnert zich dat de weefstoelen toen reeds zo waren geplaatst zoals zij tot op de dag van vandaag nog steeds in de weefzaal staan opgesteld: dicht naast elkaar en vlak bij de ramen. Zo werden de plaats en het licht optimaal benut.
De erfenis van Hubert Gotzes
In het familiebedrijf van Hubert Gotzes werkten vier zonen. Jakob werkte op kantoor, Matthias was een van de wevers, Josef was als vertegenwoordiger onderweg en Hubert, de jongste, ging in 1914 naar Amerika. In Chicago bouwde hij met veel succes een nevenvestiging op, betrok de stoffen uit Krefelds moederonderneming en produceerde paramenten in Amerika.
Reeds vroeg klonk de roep om kwalitatief hoogwaardige en degelijke producten te leveren. Steeds weer wordt de brief van een non uit Chicago geciteerd: ze schreef over een processie naar aanleiding van het 26e eucharistische wereldcongres in 1926, waar een plotselinge regenbui de deelnemers verraste. De kleuren van de paramenten liepen uit en boden een trieste aanblik. Alleen de stoffen uit het huis van Hubert Gotzes bleven kleurecht. Het was de beste reclame voor de onderneming. Helaas maakte Hubert Gotzes senior, de stichter van Krefelds weverij, deze overwinning van zijn bedrijf niet meer mee. Hij overleed reeds in 1916. Voorlopig namen Jakob en Josef Gotzes als executeurs de leiding over het bedrijf. Tussen 1931 en 1934 werd Matthias Gotzes de enige eigenaar van de onderneming.
Josef Gotzes stichtte een eigen paramentenweverij. De, in de jaren dertig jaren van de vorige eeuw in de paramentenfabriek aanwezige patroonponskaarten, dat zijn de patroonvoorbeelden voor de aansturing van de Jacquardmachines, verdeelden de broers onder elkaar.
De Mausmobil
Toen Matthias Gotzes 1936 bij een verkeersongeval om het leven kwam, trad zijn vrouw in zijn voetsporen. „Ze was een goede en attente cheffin“, aldus enkele tijdgenoten die haar nog hebben gekend. Omdat zij geen eigen kinderen had adopteerde zij haar neef Erwin Maus, en bereidde hem grondig voor op zijn latere functie. Hij begon in de weefzaal en pikte het handwerk op. Hij werkte op kantoor en leerde als vertegenwoordiger de klanten kennen. Zo was hij goed voorbereid toen zijn tante in 1969 overleed en hij haar opvolgde. Intussen was Erwin Maus in 1954 getrouwd met Helga Meyer uit Koblenz. Hoe dat kwam is een verhaal op zich...
Weliswaar had het tweede Vaticaanse Concilie, 1963-1965, met zijn nieuwe bepalingen met betrekking tot de gewenste soberheid van de gewaden gevoelige schade gebracht, maar desondanks ving Erwin Maus dit met een verbeterde service op. Zijn, tot een rijdende winkel verbouwde wagen, waarmee hij zijn klanten bezocht, stond tot ver buiten Krefeld in de klantenkring bekend als de „Mausmobiel“.
Ook in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de 20e eeuw werden de kostbare stoffen nog steeds op de Jacquard-handweefstoelen in de Luisenstrasse geproduceerd. Intussen werkte er, naast Andreas Friedenberg, nog slechts één wever in het huis. Toen hij in 1989 onverwacht overleed, bouwde Erwin Maus het bedrijfsgedeelte langzaam af, tot het in 1992 definitief werd gesloten.
Van paramentenfabriek tot Huis van de Zijdecultuur
Desondanks vond de ondernemer, die in 2004 overleed, het belangrijk dat zijn weverij, intussen de laatste met een authentieke weefzaal en acht Jacquard-handweefstoelen, voor de komende generaties behouden zou blijven. Na eerste gesprekken met de daarvoor verantwoordelijken van de stad begon een traject, waarbij uiteindelijk de Kulturstiftung NRW samen met de Sparkassenstiftung Krefeld het onroerend goed verwierf en het geheel in het jaar 2000 aan de vriendenkring overdroeg. Op deze plaats dient ook de inzet en betrokkenheid van Krefelds stadsarchivaris Paul Günther Schulte en Dr. Stratmann te worden genoemd, die de vriendenkring vanuit het niets hebben opgebouwd.
De vrijwillige medewerkers en leden van de vriendenkring hebben de ambitie om de geschiedenis van het Huis in de ware zin des woords op levendige wijze te presenteren. Daartoe dragen o.a. de wevers en patroneurs bij, die in de weefzaal demonstreren, hoe ooit bij Hubert Gotzes werd gewerkt.
De voormalige snij- en stikruimtes bieden tegenwoordig onderdak aan wisseltentoonstellingen en presentaties van oud handwerk, waarvan het onderwerp het meest met de geschiedenis van het Huis of met de fluweel- en zijde-industrie in de zijdestad overeenkomt. Zo is er in het “Huis van de Zijdecultuur” – naast de historische indrukken – steeds wat nieuws te zien en beleven.