Zijde, de stof waarvan man dromen kan.
Zijde is niet vergelijkbaar: zijde is luxueus en elegant – huid vriendelijk en ademend – De stof warmt bij koude en koelt bij hitte. Het unieke natuurlijke vezel wordt uit de cocons van de moerbei spinners gewonnen. Deze worden sinds meer als 1.000 jaren is Oost-Azië en later ook in Zuid-Europa alleen en uitsluitend voor dit doel gekweekt. De cocon van de zijderups bestaat uit een single circa 3.000 meter lange zijdedraad. Van deze zijdedraad kunnen maar 800 meter als eindeloze zijdedraad afgewikkeld worden. Deze zo gewonnen Haspelzijde “Grège” dient als grondstof voor de edele zijden stoffen in het huis van de zijdecultuur. De overgebleven resten van de cocon worden tot vezelgarens gesponnen – de lange vezels tot Chappenzijde, de korte vezels tot Bourettezijde. Laat U zich van deze bijzondere, glimmende en soepele vezels verwennen en geniet van deze niet te vergelijken kwaliteits produkten van de Grègezijde.Als voorbeeld dienden patronen, die in de Paramenten weverij Hubert Gotzes, het huidige Huis van de zijde cultuur op houten Jacquard-weefgetouwen gemaakt werden.
Brengt U alstublieft deze van hoge kwaliteit zijnde kopie van oud ambachtelijk vakmanschap naar de reiniging en was het niet zelf!
Met het kopen van dit elegante, pure zijde product helpt U mee, dit unieke en een van de waardevolste stoffen uit de geschiedenis van de Textiel voor de komende generaties te bewaren.
De aar is een natuur-en godsgeschenk. De aar is een natuur-en godsgeschenk. In de heilige mis doet de aar ook denken aan de transsubstantiatie van brood in het lichaam van Christus. (katholieke theologie)
Als voorbeeld voor dit patroon dienen de achttiende- en negentiende-eeuwse bloemenmotieven. De moderne techniek maakte het mogelijk om deze historische patronen opnieuw te weven.
Het arabeskenpatroon wordt gekenmerkt door de sterke invloed van Arabische motieven. Motieven uit de plantenwereld zijn kunstzinnig verweven met gestileerde fantasiedieren en deels door ornamenten gevlochten. Tussen de individuele patroonelementen zijn golvende, parallel doorgaande
booglijnen met geweven kufische karakters van der Firma Hubert Gotzes door bloeiende ranken vervangen.
De techniek van de, als Arabesken vervaardigde, patronen werden voornamelijk door de islamitische meesters beheerst, en waren ook voor de christelijke opvolgers gedurende lange tijd maatgevend. Opvallend zijn de frappante overeenkomsten van de arabesken met de patronen in de vloeren van de Moorse moskeeën en paleizen in het zuiden, vroeger islamitisch Spanje, en met de ornamentschilderingen in het Alhambra. In het Moorse koninkrijk Granada van de 13e eeuw kwam de zijdeweverij tot een zekere bloei, en was absoluut concurrerend met de Italiaanse zijdeindustrie.
Dit voorbeeld is in het bezit van de historische paramentweverij Hubert Gotzes. Ook de daarbij behorende patronen zijn in het archief aanwezig. Het gaat terug op de beroemde “Olifantenstof” uit de schrijn van Karel de Grote. De originele stof behoort tot de indrukwekkende getuigenissen /voorbeelden van de toenmalige kunst van de zijdeweverij. De in Byzantium vervaardigde stof, die waarschijnlijk voor het keizerlijk hof was bestemd, kwam vermoedelijk als geschenk naar het Avondland. Een keizerlijk geschenk, omdat de olifant als een van de sterkste dieren de heerser symboliseert. In het jaar 1000 liet de Duitse keizer Otto III het graf van Karel de Grote openen, en wikkelde de stoffelijke resten van zijn voorganger in de schitterende stof. Zo doorstond de stof de tand des tijds.
Toen de schrijn in de 19e en 20e eeuw opnieuw werd geopend legde men het indrukwekkende patroon eerst in tekening, en later fotografisch, vast. Zo kwam het ook naar Krefeld. Het origineel is circa 80 cm in doorsnee terwijl de variant uit het begin van de 20e eeuw een kleine 30 cm meet. Ook de ordening van het patroon, de olifant in een cirkel, is nieuw. In de originele stof staan de olifanten in rechte rijen tegenover en strikt in lijn met elkaar. Een andere variant uit de 20e eeuw toont de olifanten in een rechte lijn. De blikrichting per rij varieert echter; in de ene rij kijken de olifanten naar links en in een volgende rij weer naar rechts. De uitgave die het Haus der Seidenkultur/Historische Paramentenweberei Hubert Gotzes in 2004 heeft uitgebracht, toont een andere variatie in de patroonordening, en in de uitgave van 2008 wederom een ander.
Het gondelpatroon bestaat voornamelijk uit twee rijen terugkerende karakteristieke elementen, die verspringend verlopen. Hierbij gaat het om het motief van een boot dat op een gondel lijkt. Het en wordt bestuurd door een giervalk met belletjes. Zijn passagier is ofwel een hond of een tamme panter. Deze jachtscène is typisch voor het Italiaanse lampasweefsel uit de 14e en vroege 15e eeuw. De gondel rolt over spiraalvormige golven in begeleiding van drie eenden dan wel zwanen. Op de achtergrond is een granaatappelboom te zien die boven in de kruin een symmetrische palmette vormt.
Het is mogelijk dat dit motief teruggaat op de legende van Torpes uit Pisa die als ambtenaar voor keizer Nero werkte. Gedurende een ceremonie ter ere van de godin Diana verkondigde Torpes zijn geloof in Christus. Vervolgens folterde en onthoofde keizer Nero Torpes. Daarna werd het stoffelijk overschot van de martelaar en heilige samen met een hond en een haan in een vermolmde sloep gelegd. De sloep dreef via de Arno de Tyrreense zee op. Volgens de Provenciaalse traditie spoelde het lichaam van Torpes aan op de kust bij Saint Tropez en zou de stad aan deze gebeurtenis haar naam hebben ontleend.
Tegenwoordig siert het gondelpatroon het logo van het Duitse Textielmuseum Krefeld. Een fragment van het originelegondelpatroon is met archiefnummer 01981 in het bezit van het museum. Wij wensen u veel plezier met uw sjaal of stropdas.
Het motief is ontleend uit de oude historische textielkunst, waarin de lotusbloem als ornament reeds voorkomt. De granaatappel is vanwege zijn felle rode kleur en talrijke pitjes een symbool voor vruchtbaarheid, liefde, leven en onsterfelijkheid. In Oost-Europa werd het motief van de granaatappel bij het kantklossen bijzonder graag gebruikt.
In de vijftiende eeuw was de granaatappel een buitengewoon geliefd motief voor brokaat en damast in de Venetiaanse fluweelweverijen.
Volgens de overlevering, die niet historisch onderbouwd is, bevond zich een kraaienveld op de plaats waar het latere Krefeld werd gesticht. De naam van het kraaienpatroon gaat hoogstwaarschijnlijk terug op één van de oude aanduidingen van Krefeld zoals Krinfelde, Creinvelt, Crenevelt of Creyvelt. Zo lag het voor de hand dat men een kraai als symbool- en weeffiguur voor de stad Krefeld ontwikkelde. Dit historische patroon tonen/presenteren wij nu op zuiver zijden sjaals en stropdassen als herinnering aan het oude Krefeld.
Het zeshoekige honingraatvormige motief laat twee geketende en tegenover elkaar afgebeelde herten zien op een bed van bloemen. Daarboven is een stralenkrans te zien. Daaronder zijn twee, tegenover elkaar staande, roofvogels afgebeeld. De afzonderlijke honingraten zijn van brede, met bloemenpatroon versierde, ornamentriemen omgeven.
Het hert is een oud, en in de Christelijke kerk zeer bekend, symbool. Het hert staat symbool voor de god liefhebbende ziel of de ziel van de mensen die naar rust en vrede zoeken. (in de bijbel geschreven: Psalm 42, Vers 1: “'t Hijgend hert, der jacht ontkomen, schreeuwt niet sterker naar ’t genot van de frisse waterstromen, dan mijn ziel verlangt naar God.”) In de kerkelijke kazuifels uit de. 13e en 14e eeuw speelde het hert een grote rol van betekenis. In de gedetailleerde fantasierijke lay-outs van de dierenmotieven in de ornamenten is de oosterse invloed op het patroon-ontwerp van deze periode duidelijk waarneembaar. In de paramenten (kazuifels) bedrijven uit Krefeld in de 19e en begin. 20e eeuw behoorden patronen met afbeeldingen van herten tot de meest populaire ontwerpen. Ze werden in de meest verschillende kleurassortimenten en technieken gewoeven. De zijdeweverij en Paramentenfabriek van Hubert Gotzes maakte prachtige brokaat-, goudbrokaat en fluwelen stoffen met dit motief. Tot op heden bevinden de bijbehorende oorspronkelijke patronen (Dessin-Nr. 220, 170 en 320) en verschillende kaartspellen zich in het museumarchief. Hierdoor kan het hertenmotief in principe tot op de dag van vandaag op een van onze 100 jaar oude Jacquard-weefgetouwen geweven worden.
Dankzij uw aankoop krijgt u niet alleen een elegant puur zijden product; u helpt ook mee ons “juweel” voor de komende generaties te behouden.
Wij wensen u veel plezier met uw gekochte sjaal of das.
De cirkel is één van de oudste, zo niet het oudste, symbool der mensheid. Al in het Neolithicum werden cultusplaatsen cirkelvormig aangelegd (Stonehenge in Zuid-Engeland). Rotsen werden met beitels voorzien van cirkelvormige groeven (Cupmarks). De zonneschijf en de volle maan zijn de meest in het oog springende ronde objecten in de natuur en werden door de mensen als goden vereerd.
Reeds vanaf de derde en vierde eeuw na Christus werden in Egypte de Koptische breiwerken van cirkelvormige motieven voorzien. Ook in Perzië weefde men zijden stoffen met dit patroon. Zij zullen als voorbeelden hebben gediend voor de grootschalige stoffen met cirkelpatroon die aan het einde van het eerste millennium door middel van moeizaam handwerk in Byzantium in kostbare zijde werden geweefd.
De cirkel staat symbool voor perfectie. Het is het symbool voor de ideale ordening, volledigheid en balans. De cirkel heeft begin noch einde (eeuwigheid). Zo is de cirkel als symbool voor het goddelijke zeer geschikt. De christelijke kerk heeft dit symbool met genoegen voor haar liturgische textiel overgenomen.
De herhaling van dit patroon bestaat uit twee rijen. In de eerste rij is in een hartvormig patroon een mannelijk leeuwenpaar afgebeeld, met aan de rechter- en linkerkant een boeket bloemen. De koppen van de dieren zijn van elkaar afgewend. Tussen de patronen is een vaas met vijf granaatappels afgebeeld. In de tweede rij is boven de granaatappels een vaas afgebeeld met kruidnagelvormige bloemen. Aan beide zijden staat een vogel met het lichaam van een gans, hoewel de kop eerder aan een pauw doet denken. Grote ranken dragen vijf hartvormige bladeren, die de velden met de vogels omringen. De voorbeelden van onze motieven gaan terug naar het Italië van de 15e eeuw. Omdat pas voor het eerst in de 19e eeuw stoffen speciaal voor kerkelijk gebruik werden geweven, gebruikte men voor de productie van paramenten zijden stoffen uit de seculiere sfeer. Men koos het liefst patronen die ook een sacrale betekenis hadden. Zo werd de leeuw, de koning der dieren, het symbool voor de macht en heerlijkheid van god. De leeuw was ook het wapendier van de stam Juda (Genesis 49:9-10) en daarmee van alle joodse koningen sinds David, de voorvader van Jezus Christus. (Mattheus 1,1-17)
Das Motiv ist in einem Spitzovalnetz aus gegenläufigen Wellenranken angeordnet, deren Berührungspunkte mit kleinen, achtfach gelappten Rosettenblüten versehen sind.
In den einzelnen Feldern befinden sich reihenweise, abwechselnd gegenständige papageienartige Vogelpaare und herzförmige geschuppte Blattmotive.
Die Musteranordnung und einzelne Musterelemente, wie die achtfach gelappten Rosettenblüten, sind typische Merkmale für italienische Seiden des 13.Jahrhunderts.
Ein Abschnitt eines entsprechenden italienischen Samitum-Gewebes (Halbseiden-Gewebe: Gewebe aus Seide und Leinen) befindet sich im Besitz des Deutschen Textil-Museums Krefeld.
In der frühen Zeit sind Samite, die auf byzantinische Vorbilder zurückgehen, für Venedig charakteristisch. Das Musterelement der gegenständigen Papageien findet sich zu der Zeit auch auf Stoffen aus Lucca.
De, in 1905 in Krefeld opgerichte, paramentenweverij van Hubert Gotzes weefde, naast vele andere motieven, ook dit patroon. Tot op de dag van vandaag is het te bewonderen op zijdeweefstoel nummer 6 in de weefzaal. Hier werden uit de kostbare zijden stoffen paramenten, dus priestergewaden en andere stoffen voor kerkelijk gebruik, vervaardigd. Tot aan het begin van de 19e eeuw weefde men zelden stoffen die uitsluitend voor kerkelijk gebruik bestemd waren. Men vervaardigde kerkelijke gewaden uit profane stoffen, waarbij echter die stoffen werden gekozen waarvan de patronen in de christelijke kerk een symbolische betekenis hadden. Het paradijspatroon is symmetrisch met naar elkaar toegekeerde roofvogelparen onder een zonnepatroon. De vogelparen zijn stuk voor stuk gescheiden door een sterk gestileerde palm. Op de uitgestrekte varenbladen is een nest aangebracht. Daaruit groeit een boom met één enkele bloem, en onder zich breed uitstrekkende takken waaronder een naar elkaar toe gekeerd zwanenpaar. Het patroon behoort tot een groep, door Chinese voorbeelden geïnspireerde, weefsels die in het Italië van de 14e eeuw, in verschillende weefcentra als Lucca, Venetië en Florence, werden vervaardigd. Ondanks de duidelijk “heidense” symbolen kreeg dit patroon toegang tot de symboliek van de kerk. Men negeerde de halve manen en duidde de vogels aan als adelaars. Dit sterkste dier in de lucht werd gelijk gesteld met Christus, de zon als het licht van de verlichting. Het zwanenpaar stond symbool voor de eeuwige trouw. Daardoor was het mogelijk misgewaden en altaarkleden uit deze stoffen te vervaardigen. In Krefeld werd dit patroon uitsluitend naar historisch voorbeeld als zijdeweefsel, binnen de kleurencanon van de kerk in de kleuren rood, wit, zwart, groen en violet, geweven. Daarnaast kon het patroon toon op toon of tweekleurig geweven worden door het met gouddraad te doorrijgen.
Het patroon Pimpernel is in 1876 ontworpen voor wandbekleding door de Engelse kunstenaar William Morris (1834 – 1896). De plant waaraan het de naam dankt, bedekt de achtergrond met dik blad en bloemhoofdjes met vijf bloembladen. Tulpenstelen zijn ertussen geweven en de grote gele en witte bloemen neigen naar links en rechts.
Het patroon is asymmetrisch opgebouwd zoals het geval is bij middeleeuws textiel waarop William Morris zijn ontwerpen graag baseerde, maar het doet denken aan Art Nouveau. De maker van het puntpatroon, Günter Göbels, deed het nodige achtergrondwerk om dit patroon op moderne jacquardweefgetouwen te kunnen weven. De Hauser Group, Krefeld, schonk stropdassen met dit patroon ter gelegenheid van het eeuwfeest van de Hubert Gotzes-weverij voor kerkelijk textiel.